Heemkundekring De Vrijheijt van Rosendale

Inbraak met Moord te Roosendaal (Wijze Europeesche oorlog)

1
Refrein
Een misdaad groot,
't is ongehoord
Zij hebben hem in 't bed geworpen
Zag men in Roosendaal gebeuren
Geschopt, getrapt en geslaan
Een ieder die het weet
Deze Heer zoo hoog van jaren
Vind het zoo wreed
Ieder is met zijn lot begaan
Die zuller er om treuren
God spaarde hem dit leven
Deze vrouw zo wreed verslonden
De wet is de daders op het spoor
Zij werd al op den grond gevonden.
Maar ook hij moest sneven
Het duister graf ingaan.
Refrein
4
Moordenaars, o wreede moordenaars
In de Heiblokken dan
Kent gij dan geen gevaar
Kwamen twee mannen aan
Hoe durft gij zoiets bedrijven
Van Alen werd door de grenswacht gegrepen
Gij laffe Barrebaars
De andere sloeg op de vlucht
Door geldzucht werdt gij gedreven
Zij hebben hem nog een eind nagezeten
Dezen wreeden daad te begaan
De eene die de kans gunstig vond
Maar 't gerecht zal u wel straffen
Wierp een pakje op den grond.
Voor het geen gij hebt misdaan.
Refrein
2
In den avondstond
Deze moedige soldaten
Dat Vermeulen zich ter ruste bevond
Hielden deze man aan
Werd deze misdaad bedreven
Hij werd naar Roosendaal gezonden
Mejuffrouw van Achtmaal
Om een onderzoek te ondergaan
Het is een schandaal
Hij heeft bekentenis afgegeven
Bracht men zoo wreed om het leven
Van deze wreede daad
Men pakte haar beet terstond
Dat de wet den andere spoedig vinden
En wierpen haar al op den grond.
Is de wensch van ons allemaal.
   
Refrein
5
De verdachte dan
Wat hadden deez menschen misdreven
Kwam bij Vermeulen aan
Wat hadden zij misdaan
Om van deze wreedheid te getuigen
Om haar te brengen om het leven
Hij zag het lijk al op den grond
Vermeulen te trappen en te slaan
De droefheid deed hem buigen
Goud en geld werd gestolen
Ja menschen God ziet vroeg of laat
Door deze barrebaars
Vergeef o God dees wreede daad.
Ze stopte eene prop in hare mond
En wierpen haar op den grond.
Refrein
   
3
Vrienden hier op aarde
Vermeulen ziet
Spiegel U aan deze daad
Die om hulp riep
Gaat heerlijk door het leven
Zij wilde zijn smeeken niet hooren
Dat is mijn beste raad
De eene sprak met woest gebaar
Wilt nooit zoo iets bedrijven
Wil mij uwe sleutels geven
Want God straft vroeg of laat
Vermeulen sprak ik heb geen geld
Dan leven wij allen te vreden
Dit werd door die barbaars niet geteld.
Hier allen op dee'z aard.
   

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Terug