Gedicht van een onbekende Rosendaler

Een gedicht van een “onbekende Rosendaler ”. Vermoedelijk geschreven door de vroegere burgemeester Claudius Prinsen.

Tusgchen vier muren van een cel
Hebt Gij zo meengen langen nacht,
Gekerkerd in de Nazi-hel,
Den wreeden kogel afgewacht.

Want voor Uw volk en voor Uw land,
Om het zijn vrijheid te hergeven,
Hebt Gij het hoogste veil gehad:
De glorie van Uw jonge leven.

God heeft Uw dapperheid bekroond,
Vervuld Uw nooit geschokt vertrouwen:
Een nieuwe toekomst rijst in ‘t licht,
Dat straalt op Nederlands landouwen.

Trotsch heeft U deze stad begroet,
Want Gij mocht veilig wederkeren
Zij zal om Uwen heldenmoed
U als haar beste zonen eeren !