Ons Rozendaal is een schone stad
Ons Rozendaal is een schone stad
En dat is voorzeker waar.
Daar ziet men zo van alles wat,
Van alles naar den aard.
Café, champagne, wie heeft het g’hoord
Oud bier en geen verdriet.
En dat is voor menig jongeling
In ons Rozendaal een groot verdriet.
En dat is voor menig jongeling
In ons Rozendaal een groot verdriet.
August Koenraad (?) is al lang bekend
Toen de schoonheid nog niet was (?)
Dat was voorwaar een flinke vent
Ons Rozendaal veel te kras.
Doch wat men hoort of wat men ziet
’t is kome die en anders niet.
(En) dat is voor menig jongeling
In ons Rozendaal een groot verdriet.
(En) dat is voor menig jongeling
In ons Rozendaal een groot verdriet.
De nieuwe Vismart die is klaar,
Station is in ’t verschiet.
Aanschouwt de nieuwe kerrek maar,
Staat daar Sint Jozef (niet)(?).
De weg gelijk een modderpoel
Maar ‘ne keiweg komt ber niet.
(En) dat is voor menig jongeling
In ons Rozendaal een groot verdriet.
(En) dat is voor menig jongeling
In ons Rozendaal een groot verdriet.
De Rozendaalse meissies zijn zo gul en zo goed
En dat is zeker waar.
Zij dragen een kuif zoals het moet
Daaronder een hoofd vals haar.
Haar lipjes zijn zo roze rood
Maar kussen mag men ze niet.
En dat is voor menig jongeling
In ons Rozendaal een groot verdriet.
En dat is voor menig jongeling
In ons Rozendaal een groot verdriet.
Door op onderstaande balk te klikken kunt u dit lied ook nog eens horen.
Zang Catharina Schouw- van Nijnatte