Op de Mart staot een kiosk

In het nummer 11(december 1987) nam ik u middels een aantal liedteksten mee naar het Roosendaal van rond de eeuwwisseling. Prompt kreeg ik daarop een welkome reactie van de heer L. v. Mansfeld. Dadelijk ga ik daarover meer vertellen, maar voor ik de draad uit het vorige artikel ( In Roosendaal en daar woont enen goeien man ….) ga oppakken, wil ik nog eens een beroep doen op eenieder die dit leest en die wellicht beschikt over aanvullende informatie over herkomst en achtergronden van al deze liedteksten. Gezien mijn leeftijd, bestaat alles wat ik over Roosendaal uit die periode weet uit “overlevering” en moet ik dus bij vorige generaties te rade gaan om te kunnen weten hoe deze liedteksten ontstonden en bij welke gelegenheden ze gebruikt werden. Welnu, bruiloften en partijen zullen wel bij uitstek momenten geweest zijn waarop ook deze verzen gezongen werden, maar er zal dan toch ooit een aanleiding geweest moeten zijn om zo’n liedtekst te schrijven. Mocht u over een van deze teksen iets kunnen vertellen, schroomt u dan niet om het te vertellen.

Blijkens de reactie van de heer L. van Mansfeld bestonden er niet alleen teksten over de “Meulestraot” en de “Achterstraot” (Molenstraat en Raadhuisstraat), maar was er ook een rijmpje over de “Kaai” (Kade). Waarschijnlijk, zo schrijft hij, is het niet volledig, maar zo ken ik het nog uit mijn hoofd:

k dènk zee Arejaan v Genk
Dat de kater van van de Water
Zit te loeren op Dien Broere
T ‘is nun Otter zee de Potter
T ‘is ons An zee Piet Mooyman
T ‘is de Kopere Ko zee Liebau
Ga dis kijken zee Piet v d Eyken
Vor gin geld zee Christ v Mansfeld
Ge kunt toch blaoze zee Piet Klaasen
God zal oe lonen zee Madammeke Boonen

Wie het herkent of er iets meer over weet te vertellen kan nu dus pen en papier pakken of de telefoon ter hand nemen.
Ook in aansluiting op het vorige artikel, een iets andere versie van het liedje over de Achterstraat, uit de herinneringen van Mevr. Koens – v.d. Weygaert.:

Alles kost ’n dubbeltje
behalve de jood zijn sukkeltje
maar roie kool mee krenten
kosten maar zeven centen.

Trien, Trien, zotte Trien,
ge mot zo zuur nie kijken
Trien, Trien, zotte Trien,
ge mot zo zuur nie zien.

Alles kost vijf centen maar
bij van Loon de Biggelaar
geven ze daar geen goeie maat
ga dan maar naar Pietje Braat.
Geven ze daar geen goeie el
ga dan maar naar Gabriël (of: Charbonel)
(en) wil de dan gaan trouwen
ga dan naar Merijn Vergouwen

Het lijkt er op dat zowel de versie van Mevr. Koens – v.d. Weygaert, als die van de onlangs overleden Mevr. C. Weterings – Heck (zie vorig nummer) van iets jongere datum zijn dan de door Kees Dekkers bedoelde “heel lange deun”, want beide dames gaan niet meer zoals Dekkers “om n’n pietteleir bij Van Loon de Biggelèir”. Nu ik toch weer bij Kees Dekkers ben aangeland; er stromen bij tijd en wijle nog steeds varianten binnen uit andere plaatsen op zijn “Roosendaals Lieke”. Inmiddels zijn er zo’n vijfentwintig teksten bekend uit plaatsen in Brabant en Limburg (van Bergen op Zoom tot en met Venray) die op een aantal punten overeenkomst vertonen met de tekst van Dekkers. In sommige gevallen is de tekst gedeeltelijk rechtstreeks overgenomen en vertoont ook de melodie overeenkomstige trekken met die van het Roosendaalsch Lieke. Eerst nadat hierover nog nadere informatie bijeengebracht is, kan dit leiden tot een interessante publicatie, waarin de weg van het Roosendaalsch Lieke gevolgd kan worden.

Maar er zijn ook varianten die binnen onze gemeente zijn onstaan. Tussen het materiaal dat ooit toebehoord aan Frie Dekkers (lid van het Sint Janskoor en zoon van slager Jan Dekkers, de broer van Kees Dekkers) trof ik onderstaande liedtekst aan. De coupletten zijn korter dan die van het Roosendaalsch Lieke, maar met enige aanpassing is het zeker op de ons bekende melodie te zingen. De tekst lijkt gezien de inhoud, in het begin van de jaren ’50 geschreven te zijn. Mogelijk door Frie Dekkers zelf, maar hierover is op dit moment niets bekend. Evenmin is bekend bij welke gelegenheid het lied werd geschreven en… voorgedragen c.q. gezongen. Wie kan zich hierover nog iets herinneren?

Kende gij ’t Vrouwenhof
Da gekocht is van de po(t)f
Mar nou heb ik ore zegge
Dat de gemeente bij mot legge
Witte gij de Kroningswijk (1)
Mee z’n nieuwe huize
En de Brug- en Meulestraat
Mee allemaol T.L. buize
En verstao oeu eige taol
Petoete, jokere, rikke
Dan zijde gij van Roosendaol
Dan zijde net als ikke

Op de Mart staot een kiosk
die ee heel veul geld gekost
Altijd midden in de blomme
Mee een bord “Wees Wellekomme”
Mar waor is die goeie tijd
Da d’ons arremenieën
Daor mee geweld en veul lawijt
D’r concerte hiewe
En kende gij ze allemaol
D’Unie, Vlijt, Erato, Gildeknikkers
Dan zijde gij van Roosendaol
Dan zijde net als ikke

Van de zomer, ast vacantie is
Gaon we naor de duine
Omda t’ ier nie te ouwe is
Van de stank van juine
En ok in de Baomes-tijd
Ist nie om te kere
Want de stank van de pulp van ’t Coöperatief (2)
Hangt dan in oew klere
En ruukte gij da d’allemaol
De stank van de pneumatikke (3)
Dan komde gij van Roosendaol
Dan zijde net als ikke

Kwam d’ier lest aon mee den trein
Spoot er voor oe een fontein
De leste Spoorstad-erfenis
Die nou ok verdwenen is
En ons zwembad eet de Stok
De Trommelaere hebben ne bok
Ons garnisoen mee groen baretten
Waor ze nen ezel tussen zetten
En witte gij da d’allemaol
Dan zijde gij van Roosendaol
En zijde net as ikke

Kende gij de Parklaan
Waar veel nieuwe huize staon
Hele grote, hele mooie
Mee daortussen tietenkooien
Witte da me nen Badhuis emme
Waor g’oe af kunt wasse
Mar bekant ginnen ene bak
Waor ge kunt gaon plasse
En kende gij da d’allemaol
de Bunster en Jean Kwikke (4)
Dan komde gij van Roosendaol
Dan zijde net as ikke

Wij krijge ok ne nieuwe Kring
Het wachten is op de ping-ping
We zouwe ok ne tunnel krijge
Maor daar zumme mar over zwijg
Voor de schetsers ne n’ijsbaon
Atter mar waoter op blijft staon
En misschien ’t volgend jaor
Ok ne nieuwe abbatoir
En kende gij da d’allemaol
Vrouw Schuit en Arie Aaye
Dan komde gij van Rosendaol
Da kun de dan wel raoje

(1) Marconistraat e.o.
(2) Suikerfabriek
(3) Pneumatische machines
(4) Destijds café hoek Raadhuisstraat-Damstraat en hoek Raadhuisstraat-Nispensestraat En volgend keer ben ik van plan hierop terug te komen.

Jan van Nassau