`t H. Hartmonument

Onderstaand artikel en de bijbehorende foto’s zijn overgenomen uit Periodiek 9A met als titel “1672 De Kring 1986” – van Schuurkerk tot Schouwburg -, dd augustus 1986. Auteur was het toenmalige bestuurslid de heer W.M. Heijnen.
(Waar nodig zijn door de webmasters enkele kleine aanpassingen aangebracht.)

’t H. HARTMONUMENT

Een gebeurtenis die plaatsvond in de nabijheid van de Katholieke Kring op 26 december 1921 en veel indruk maakte, was de intronisatie van het H. Hartmonument.

Na de openbaringen van het H. Hart van Jezus aan de Franse kloosterzuster Margaretha Maria Alacoque
(22-7-1647/14-10-1690) ontwikkelde zich de H. Hartdevotie.

Na haar heiligverklaring op Hemelvaartsdag 13 mei 1920 door paus Benedictus XV neemt deze devotie enorm toe en in vele plaatsen worden monumenten ter ere van Jezus’ Goddelijk Hart opgericht. Ook kerken worden vaak toegewijd aan het H. Hart. De Parijse Sacré Coeur is hiervan een wereldberoemd voorbeeld.

In De Grondwet van 19 juli 1920 lezen we een beschouwend artikel over het H. Hartmonument:

“Tegen de kwalen van den tegenwoordige tijd, tegen den geest van ongeloof en anarchie, tegen de verwildering der zeden en de liefdeloosheid die alom heerscht, stellen wij de liefde van Jezus’Goddelijk Hart.”

En dan verder in datzelfde artikel:

“Niet meer vereering van het Allerheiligste Hart enkel in onze kerkgebouwen en in onze woningen, neen, onze devotie tot Hem moet zich ook uitstrekken daar buiten. Hij moet heerschen over geheel de samenleving.”

In het artikel wordt het initiatief tot oprichting van een monument ter ere van het Goddelijk Hart van het plaatselijk comité der Katholieke Sociale Actie (K.S.A.) geprezen.

Dit comité was op 5 juli 1920 in spoedvergadering in de Katholieke Kring bijeen geweest om het denkbeeld: Roosendaal aan het H. Hart concreet gestalte te geven door het oprichten van een H. Hartmonument. Het daarvoor benodigde bedrag wordt op ruim ƒ 8.000,- ( ruim € 3.600 ) geschat. Een huis-aan-huis-collecte bracht ƒ 4.600,- ( bijna € 2.100 ) op.

Op 11 januari 1921 verklaart De Grondwet zich – op verzoek van het comité – bereid, bijdragen voor ’t monument in ontvangst te nemen en te verantwoorden.

Uit de jaargang 1921 van De Grondwet blijkt, dat het H. Hartmonument met dubbeltjes, kwartjes en guldens door de Roosendaalse bevolking is bijeengespaard.

Bijna dagelijks wordt verantwoording gegeven van de ontvangen gelden. Het nu volgend overzicht – het is slechts een greep – moge dat duidelijk maken. (ter informatie: ƒ 2,20371 is gelijk aan € 1,-)

 ƒ
Uit Jantjes spaarpot 0,50
Als voorbeeld 1,00
Voor herstel van onze zieke moeder 3,00
N.N. Ter verkrijging van twee gunsten 2,00
RK Gildenbond 25,00
St. Raphaël25,00
Om bevrijd te blijven van een onvoorziene dood 1,00
Voor een goede uitval 0,50
Van een arme vent vijftig cent 0,50
Overschot van ’t jaarlijks potverteren der handboogschutterij “Eensgezindheid” 10,00
Van een Boerenbonder 5,00
Tot zekere intentie 5,00
Van de kaartclub10,00
Van Wim en Joop uit hun spaarpot 0,50
Moeder legt er ’t zelfde bij 0,50
Ter genezing van en kind 2,50
Van een braaf huisgezin10,00
Twee speciaals van een duivenliefhebber 2,00
Tot lafenis der gelovige zielen 1,00
Van Pita en Jo tot zekere intentie 3,00
Afscheidsfeestje te Nispen 6,00
Van Catootjes communiefeest 3,50
Uit dankbaarheid voor verhoord gebed25,00
Van een arme jongen voor zijn zieke moeder 1,00
Opbrengst van een vogelkooi 0,50
Wegens belofte 1,00
Opbrengst van een potspel 5,00
Uit de Brugstraat10,00
Van een tekenaarsclubje10,00
Batig saldo uitvoering door Symphonie Vereniging “Orpheus”41,00
A.V. voor verkregen gunst 1,00
Uit gebedsverhoring 1,00
Uit Mina en Leo hun spaarpot 2,00
enz. enz 

Op 30 december 1921 is de stand van deze gaven ƒ 4.189,65.

In De Grondwet van 11 januari 1921 worden belanghebbenden – in een advertentie – opgeroepen mee te dingen naar de levering van een H. Hart Monument.

Tekeningen, voorwaarden etc. moeten vóór 1 februari bij de secretaris van de K.S.A., dhr. P. Verkouteren worden ingezonden.

Op 1 maart wordt bekend gemaakt, dat er een tiental inzendingen, bestaande uit 33 tekeningen en foto’s, alsmede vijf maquette’s zijn ingezonden. Deze inzendingen werden in een der bovenzalen van de Katholieke Kring tentoongesteld.

In een vergadering op 4 maart maakt voorzitter V. van Gilse van de K.S.A. bekend, dat de stand voor het monument ƒ 6.513,- bedraagt. Verder wordt er een commissie van beoordeling der ingekomen ontwerpen samengesteld, welke bestaat uit de Zeer Eerw. Hr. Pastoor de Groot, de heer Werz, directeur der Tekenschool en de heer de Bruyn. Deze laatste is tevens de voorzitter der commissie.

Op 7 maart maakt de commissie bekend, dat het plan van de fa. Vergouwen en Hurks, architecten, is gekozen. De levering wordt opgedragen aan de fa. J. Jongenelen, atelier voor kerkelijke kunst, in de Achterstraat (nu Raadhuisstraat).

De maquette van het H. Hartmonument, vervaardigd in het atelier van de fa. Jos Cuypers te Roermond, wordt op 14 mei tentoongesteld in de etalage van de fa. Jongenelen.

Het H. Hartmonument in de Wasservasstraat waar het in 1921 werd geplaatst.

Met het graafwerk voor de fundering wordt half september begonnen aan de Wasservasstraat (noordzijde van de St.-Janskerk).

In De Grondwet van 24 november wordt een oproep gedaan aan alle Roosendaalse organisaties – op geestelijk zowel als wereldlijk gebied” – om op 1 december aanwezig te zijn “om het intronatiefeest zo schitterend mogelijk te doen slagen”.

Op deze vergadering deelt de voorzitter, dhr. V. van Gilse mee, dat de kosten voor het monument zelf ƒ 6.000,-, het hek van kunstsmeedwerk ƒ 350,- en de fundering en verdere aanleg ƒ 1.000,- bedragen. Er is dan een tekort van ongeveer ƒ 1.000,-. Verder worden de plannen van de feestviering besproken.

Steeds verschijnen er nadere bijzonderheden over de festiviteiten rondom de onthulling van het monument. Op 24 december 1921 verschijnt er zelfs een speciaal Heilig Hart-nummer van De Grondwet ter gelegenheid der onthulling van het Heilig Hart Monument te Roosendaal op Tweede Kerstdag.

Dit nummer bevat o.a. een samenvatting van wat intronisatie inhoudt, een intronisatiekaart van Nederland en het (korte) feestprogramma.

Het beeld is door de heer Victor Sprenkels (van de fa. Cuypers uit Roermond) gemodelleerd en gehouwen uit zandsteen. Het beeldt de Christusfiguur uit – tonend Zijn H. Liefde Hart – op de wereldbol omgeven door een wolkenkrans. Op de bol is een kruis met rozen gebeiteld. De aardbol wordt geschraagd door vier kolommen met daartussen vier gebeeldhouwde koppen, voorstellend de vier Evangelisten, die Christus’ leer over de aarde verspreidden.

Opschrift: “Zie hier het hart dat U zoo zeer heeft lief gehad”.

In het monument zal een oorkonde – gesloten in een dichtgesoldeerde loden koker – worden ingemetseld. De tekst hiervan luidt: “In het jaar onze Heeren 1921, op den Tweede Kerstdag, onder het Pontificaat van Benedictus XV, toen Wilhelmina was Koningin de Nederlanden en Aug. Coenen burgemeester van Roosendaal, werd dit standbeeld van het H. Hart van Jezus, dat zijn ontstaan dankt aan het initiatief van het plaatselijk comité der K.S.A., naar het ontwerp van de architecten Vergouwen en Hurks, opgericht door het katholieke volk van Roosendaal, door den burgemeester overgedragen aan fr. S. de Groot, pastoor der parochie van St.-Jan en door deze onthuld en geintroniseerd”.

De intronisatiefeesten werden ingeluid door een triduüm in de St.-Jan en een triduüm in de Paterskerk.

Op de Tweede Kerstdag werd in de St.-Jan een Plechtige Hoogmis opgedragen. Daarna verzamelden de genodigden zich rondom het te onthullen monument onder “statig gebeier van alle klokken van alle kerken onzer stad”.

Na de onthulling houdt wethouder Braat – vervanger voor de zieke burgemeester – een rede die als volgt eindigt:

“…….Aanvaard dan Zeer Eerwaarde Heer Pastoor, als herder der oudste parochie, het bewijs van ons aller liefde voor het Goddelijk Hart van Jezus en moge Hij geven dat wij, met Zijne hulp, tot in alle eeuwigheid Zijne zegeningen waardig blijven. Ik heb gezegd”.

Pastoor de Groot antwoordt met een kort dankwoord.

Hierna volgde de intronisatie, waarbij door de aanwezigen “de Twaalf artikelen des Geloofs” werden gebeden.

Overzichtsfoto van de plechtige intronisatie op 26 december 1921. Pater Damasus spreekt de mensen toe….


Hierop nam de Weleerw. Pater Damasus Ord. Cap. het woord voor het uitspreken van de feestrede. Hij richtte zich daarbij tot de “Roomsche mannen en vrouwen van Roosendaal en Nispen”.

In zijn toespraak belicht hij vooral Christus’ Koningschap en verwerpt hij het liberalisme (“…. sluit God uit….”), het socialisme (“….. erkent God niet…..”), het anarchisme (“….. spot met Christus…..”) en het rationalisme (“…. maakt zichzelf tot God …..”).






Na de feestpredicatie wijdde pastoor de Groot Roosendaal en Nispen aan het Goddelijk Hart toe, waarna “de Vlijt” het “Aan U, o Koning der Eeuwen” inzette.

Volgens “De Grondwet”:

“….. weerklonk dit mooie enthousiaste Roomsche lied daverend door de luchten als machtige hymne Christus, den Koning ter eer”.

De stoet die stond opgesteld op de Wouwseweg (nrs. 1 – 21) en in de Hulsdonksestraat (Hulsdonkscheweg) nrs. 22 – 43, trok daarna langs het monument en bracht daarbij een bloemenhulde (meer dan zestig bloemstukken).

De optocht, die was samengesteld uit vrijwel alle verenigingen van Roosendaal en Nispen, telde zo’n vierduizend deelnemers. In de krant wordt nog opgemerkt, dat de overweg de mensen lelijk parten heeft gespeeld. Tot driemaal toe werd hij gesloten waardoor de stoet in drieën werd gekapt.

De plechtigheden werden besloten met een sluitingslof met Te Deum om vijf uur in de St.-Jan en de sluiting van het triduüm in de Paterskerk om zes uur.

Tot ’s avonds laat trokken nog honderden mensen langs het electrisch verlichte beeld.

Toen in 1936 “de Kwakkelkooi” (bouwvallige huisjes vóór de Kring, waar thans (1986) het politiebureau staat) werd afgebroken en er een doorbraak Nieuwstraat – Bloemenmarkt werd gemaakt, kwam het beeld wat in de verdrukking. Besloten werd het een plaats te geven aan de achterzijde van de St.-Janskerk op ’t St.-Jansplein (thans Tongerloplein).

Bij de reconstructie van dit plein in 1969 werd dit monument geschonken aan de H. Hartparochie. Op een nieuwe betonnen sokkel staat het thans voor de H. Hartkerk op het H. Hartplein.

Het lijkt waarschijnlijk, dat er nu een einde is gekomen aan de omzwervingen van het beeld.

W.M. Heijnen

Bronnen:
Jaargangen van “De Grondwet” van het Gemeentelijk Archief “Met de heiligen het jaar rond”, deel 2, pag. 336 t/m 339.

Naschrift van de webmasters:
Bij de hiervoor genoemde verplaatsing van het monument in 1969 naar het H. Hartplein werd de, in de oude sokkel ingemetselde, loden koker geschonken aan de H. Hartparochie. Daar werd deze altijd in een kluis bewaard. Einde 2006 is de H. Hartkerk aan de eredienst onttrokken en is de parochie opgegaan in de Emmaüs parochie. Bij deze gelegenheid is de koker, door bemiddeling van de heer Piet van Leeuwen, in het bezit gekomen van de Heemkundekring “De Vrijheijt van Rosendale”.